Omdat het wel een flink stuk auto rijden is met Gijs, hebben we vlak onder Parijs een tussenstop geboekt. Een houten huisje in een klein gek dorpje dat zichzelf in de winter volledig in het teken zet van wintersport/après-ski (nee, het ligt niet in skigebied) en in de zomer kilo’s zand storten voor de boerderijen om er een soort beachbar / ‘plage’ van te maken.
Ik hou van gekke Franse dorpjes. Ik had een vraag over de aankomsttijd en kreeg als antwoord dat we wel eerder aan mochten komen, maar dat ze niet konden garanderen dat het huisje al klaar zou zijn. Maar we konden ons melden bij de Beach Bar van het dorpje en daar zouden we even kunnen wachten. Die zin. Ik heb foto’s gemaakt en deze doorgestuurd naar iedereen die het wilde horen. Stel je voor, je bent op vakantie, alle kwetsbare ouderen om je heen hebben een vaccin, jij misschien ook al wel, je bent niet failliet, de zon schijnt, je stapt uit de auto en daar wijst een vriendelijke dame je de weg naar de Beach Bar. Waar je gewoon kunt gaan zitten en een drankje kunt bestellen. Ik zei tegen een vriendin dat ik niet dacht me als een normaal mens te kunnen gedragen in die situatie.
Ik zou schreeuwend naar die Beach Bar rennen en de zorgeloosheid van dat moment als een piña colada al coma-zuipend in me opnemen.
Ze zei dat het inderdaad klonk als iets wat alleen voor de elite is weggelegd. We zijn niks meer gewend, jongens.
André Hazes zingt :
Ik heb de zomer in mijn bol,
Alle terrassen zijn weer vol,
Het strand bezaaid met mensen,
Wat valt er nog te wensen,
Voor mij begint nu echt de lol.
Geloof mij alsjeblieft als ik zeg dat ik de laatste ben die voor zijn lol een hele dag op een druk strand gaat liggen. Ik heb een jaar in Zuid-Spanje direct aan het strand gewoond (ja, zwaar leven) en ik genoot met volle teugen van het strand. Vooral als ik vanuit mijn voordeur de straat overstak, mijn slippers uittrok, over het strand naar het water liep, een duik nam, even in de zon mijn bikini op liet drogen, terugliep en thuis gelijk even al het zout en zand van me afspoelde. Maar ook van de vroege ochtenden en avonden als het rustig was. En van de dagen dat het te koud was om te zwemmen. En als ik boodschappen deed en via het strand terugliep. Maar een hele dag in de volle zon liggen bakken, ik heb dat nooit begrepen. Overigens ben ik ook niet iemand die een hele dag op een terras gaat zitten. Maar als André het zo zingt, in een tijd waar geen enkele plek bezaaid is met mensen (behalve de zaterdagmarkt misschien), waarin horeca gesloten is, waarin niet ‘alles meezit’, dan zit ik in mijn hoofd in de Beach Bar van een klein gek Frans dorpje. ‘Wat valt er nog te wensen’. Dat is echt het allerbeste medicijn tegen alles. Summer is coming!
Suze-Nanne
Alle rechten voorbehouden | Trainingscentrum Michi